De sector
De sector van de kinderopvang is een erg diverse sector. Een eerste opdeling zien we tussen de gezinsopvang en de groepsopvang.
In de gezinsopvang ben je aan de slag als onthaalouder en vang je (maximum 8) kinderen op in je gezinswoning. Onthaalouders hebben in Vlaanderen een werknemersstatuut of een statuut sui generis. BBTK strijdt al lang voor een werknemersstatuut voor elke onthaalouder, een eis die we in Wallonië al hebben kunnen bekomen. Het werknemersstatuut is gunstiger en biedt meer sociale bescherming dan het statuut sui generis. De afgelopen jaren hebben we ook in Vlaanderen steeds meer stappen in de goede richting kunnen zetten. Zo startten we een project op waardoor onthaalouders sui generis die dit wilden konden intekenen in het werknemersstatuut. Bij de laatste onderhandelingen met de Vlaamse Regering zijn we er in geslaagd nog eens 350 extra onthaalouders de kans te geven int e stappen in het werknemersstatuut. Dat is echter nog steeds onvoldoende om alle onthaalouders de kans te geven om over te stappen. Het werknemersstatuut voor alle onthaalouders is voor BBTK een blijvende eis voor de toekomst, net als het verbeteren van dat werknemersstatuut zodat het steeds aantrekkelijker wordt om in zo'n statuut te werken.
Daarnaast kan je als onthaalouder in samenwerkingsverband of als kinderbegeleider ook aan de slag bij een initiatief voor groepsopvang. Dit gaat van buitenschoolse opvang tot kinderdagverblijven voor baby’s en peuters. Voor je rechten als werknemer in de kinderdagverblijven wordt er telkens gekeken in welke subsidietrap een kinderopvanginitiatief zit. Deze trappen gaan van 0 (geen subsidie) tot 3 (extra subsidies wegens opvang van kinderen met specifieke zorgnoden). Als BBTK zijn we tevreden om vast te stellen dat het onderscheid tussen trap 2A en trap 2B, wat er onterecht voor zorgde dat sommige kinderopvanginitiatieven die hier recht op hadden minder subsidies kregen – met gevolgen voor de werknemers, eindelijk weggewerkt is. Daarnaast hebben we met BBTK zéér actief deelgenomen aan de Toekomstwerf Kinderopvang, waarbij we de sector uittekenden voor de toekomst: een lager aantal kinderen per begeleider, betere loon- en arbeidsvoorwaarden en een kwalitatievere kinderopvang, zowel voor de kinderen als voor de werknemers, zijn daarin onze speerpunten. Als BBTK zetten we ook een collectieve arbeidsduurvermindering met loonbehoud bovenaan de agenda.
Je arbeidsovereenkomst
Een arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur of bepaalde duur. Een arbeidsovereenkomst die gesloten is voor bepaalde duur moet schriftelijk opgesteld worden en geldt voor een duidelijk omschreven taak. Als hier niet aan is voldaan, wordt deze arbeidsovereenkomst beschouwd als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. Ook de arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid moet schriftelijk vastgelegd worden. Als dat niet het geval is, wordt de werknemer beschouwd als voltijds in dienst genomen.
Je arbeidsovereenkomst vermeldt zaken zoals de begindatum van je tewerkstelling, de plaats van je tewerkstelling, je taakomschrijving en je arbeidsduur. In de sector van de kinderopvang ligt de gemiddelde arbeidsduur op 38 uur per week (let op: dit geldt niet voor onthaalouders). De arbeidsduur wordt per trimester berekend, dus het is mogelijk dat je sommige weken meer dan 38 uur hebt moeten werken zolang de gemiddelde arbeidsduur in dat trimester de 38 uur per week niet overschrijdt.
De duur van elke arbeidsperiode (of je nu deeltijds of voltijds werkt) mag niet minder dan 3 uur bedragen. Let op: hier zijn uitzonderingen mogelijk in de sector van de kinderopvang.
Je loon
De sectorale loonbarema’s zijn de minimale lonen die gelden in een bepaalde sector. Dit betekent dat je werkgever je een hoger loon kan uitbetalen, maar nooit lager mag gaan dan de vastgelegde sectorbarema’s.
Je kunt de lonen die gelden voor de kinderopvang trap 1 en 2 terugvinden op onze website. De kinderopvang trap 0 heeft geen barema’s en valt terug op het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI). De barema’s in de kinderopvang trap 3 zijn gelijk aan die in trap 2.
Naast je loon zijn er voor de initiatieven buitenschoolse opvang en in de kinderopvanginitiatieven trap 2 en trap 3 ook sectoraal vastgelegde toeslagen wanneer je geconfronteerd wordt met een onderbroken dienst, of moet werken tijdens een avond of in het weekend:
- Toeslag voor werken op zaterdag: 1,9441 euro extra per gewerkt uur (bedrag vanaf 1 december 2023)
- Toeslag voor werken op zondag: elk gewerkt uur wordt dubbel betaald
- Toeslag voor werken op een feestdag (die niet op een zondag valt): toeslag van 50 procent op je loon
- Onderbroken dienst: toeslag van 20 procent op je loon
- Avondwerk: toeslag van 20 procent op je loon
Je eindejaarspremie
Ook voor de eindejaarspremie zijn er verschillen naargelang de subsidietrap en het kinderopvanginitiatief.
Werknemers uit de kinderdagverblijven trap 2 en trap 3 en enkele vormen van buitenschoolse kinderopvang (buitenschoolse opvang in een aparte binnenruimte, de erkende en gesubsidieerde IBO’s, de gemandateerde voorzieningen buitenschoolse opvang, de lokale diensten buitenschoolse opvang en het FCUD-personeel) hebben recht op een volwaardige dertiende maand. Het bedrag van je eindejaarspremie is gebaseerd op je bruto-maandloon van de maand oktober. Als je voltijds gewerkt hebt van 1 oktober van het jaar voor het uitbetalingsjaar van de eindejaarspremie tot 31 september van het uitbetalingsjaar, heb je recht op een volledige premie. Als dat niet het geval is, omdat je bijvoorbeeld deeltijds werkte of later in dienst bent getreden, heb je recht op een bedrag in verhouding. Je eindejaarspremie wordt in december uitbetaald.
Verplaatsingsonkosten
Voor woon-werkverkeer bij de vergunde kinderopvanginitiatieven trap 0, 1, 2 en 3 geldt de volgende regeling:
- Trein: volledig terugbetaald
- Ander openbaar vervoer: tot 75% van het sociaal abonnement terugbetaald
- Privévervoermiddel:
- Fiets: 0,35 euro/km (bedrag 1/1/2024)
- Andere vervoermiddelen: vanaf de 3de afgelegde kilometer heb je recht op een bijdrage van je werkgever die gebaseerd is op de abonnementskosten voor treinverkeer
Voor dienstverplaatsingen, andere dan woon-werkverkeer, in opdracht van je werkgever geldt de volgende regeling bij de vergunde kinderopvanginitiatieven trap 0, 1, 2 en 3:
- Fiets : 0,35 euro/km (bedrag 1/1/2024) met een maximum van 2.500 euro/jaar.
- Ander gemotoriseerd privévervoermiddel : 0,4269 euro/km (bedrag 1/1/2024)
Om recht te hebben op een vergoeding van je verplaatsingskosten dien je de afgelegde afstand te vermelden in een verklaring op eer. Bij gecombineerd gebruik van verschillende verplaatsingsmiddelen vergoedt je werkgever je telkens volgens de modaliteiten die gelden voor elk verschillend gebruik.
Arbeidsongeschiktheid
Eerst en vooral is het belangrijk dat je onmiddellijk je werkgever verwittigt wanneer je arbeidsongeschikt bent. Daarna moet je binnen de twee werkdagen die volgen een medisch attest bezorgen aan je werkgever. De specifieke regels over hoe je dit medisch attest kan bezorgen (elektronisch, aangetekend etc.) kan je vinden in je arbeidsreglement. Sinds 2023 moet je voor de eerste dag ziekte geen attest meer bezorgen, en volstaat het om je werkgever onmiddellijk te verwittigen. Dit is drie keer per jaar mogelijk, vanaf de vierde keer zal je wel moeten voorzien in een attest.
Je hebt als bediende recht op één maand gewaarborgd loon bij ziekte. Bij arbeiders is dit de eerste 7 dagen ziekte, dat tot 30 dagen ziekte verminderd wordt naar een percentage van je loon. Nadien heb je recht op een uitkering van je ziekenfonds. Bij een contract van bepaalde duur van minder dan drie maanden heb je geen recht op gewaarborgd loon en ontvang je onmiddellijk een uitkering van je ziekenfonds.
Verlof
Je hebt recht op vier weken wettelijke vakantie. Van deze vier weken kan je er drie aaneensluitend nemen, inclusief drie weekends. Je werkgever kan je verlofaanvraag uitzonderlijk weigeren omwille van organisatorische noodwendigheden. Vooraleer tot weigering over te gaan, moet je werkgever wel eerst alle beschikbare ondersteunings- of vervangingsmogelijkheden bekeken hebben. Let op: de regeling rond het verlof geldt niet voor onthaalouders sui generis, die in principe verlof kunnen nemen wanneer ze dit willen.
Vanaf 2024 zal je, wanneer je ziek wordt tijdens je vakantie, je vakantiedagen kunnen omzetten in ziektedagen. Je ontvangt dan gewaarborgd loon voor ziekte en behoudt het recht om de vakantiedagen later op te nemen.
Daarnaast zijn er in de kinderdagverblijven trap 2 en 3 ook conventionele verlofdagen verbonden aan je leeftijd. Vanaf 35 jaar, en dit tot je 45ste, heb je recht op vijf extra verlofdagen. In het schema hieronder kan je nagaan waar je daarnaast nog recht op hebt per leeftijdscategorie:
| -45 jaar | 45 jaar – 49 jaar | +50 jaar |
3 maanden gewerkt in het jaar voordien | 0,5 dagen | 0,5 dagen | 1 dag |
6 maanden gewerkt in het jaar voordien | 1 dag | 1,5 dagen | 2 dagen |
9 maanden gewerkt in het jaar voordien | 1,5 dagen | 2 dagen | 3 dagen |
12 maanden gewerkt in het jaar voordien | 2 dagen | 3 dagen | 4 dagen |
Vrijstelling van arbeidsprestaties
Voor werknemers van de kinderdagverblijven trap 2 en 3 zijn er ook VAP-dagen vanaf 45 jaar:
- 45 jaar: 12 dagen
- 50 jaar: 24 dagen
- 55 jaar: 36 dagen
Tijdskrediet
Tijdskrediet is een individueel recht om je loopbaan te onderbreken of je prestaties gedurende je loopbaan te verminderen. Dit recht garandeert dat je achteraf terug aan het werk kan in je oorspronkelijke werkregeling. Tijdens het tijdskrediet krijg je een vergoeding om het loonverlies te compenseren. Naast het tijdskrediet met motief bestaat er ook een bijzondere vorm van tijdskrediet voor oudere werknemers, de landingsbanen genoemd.
Binnen het tijdskrediet met motief wordt er een onderscheid gemaakt naargelang het motief:
- Tijdskrediet met motief opleiding: maximum 36 maanden.
- Tijdskrediet met motief zorg (zorgen voor je kind dat jonger is dan 8 jaar, palliatieve zorgen verlenen of zorg/medische bijstand verlenen aan een zwaar ziek gezins- of familielid tot de 2de graad): maximum 51 maanden.
Klein verlet
Er zijn bepaalde familiale omstandigheden of burgerlijke verplichtingen die je recht geven op ‘klein verlet’. In zo’n geval mag je afwezig zijn op het werk, maar behoud je wel je loon. Er zijn een hele reeks gebeurtenissen die het recht op ‘klein verlet’ openen. Denk bijvoorbeeld aan een begrafenis of een huwelijk van een familielid, of je eigen huwelijksfeest of wettelijke samenwoning. Je kan een gedetailleerde lijst van deze gebeurtenissen terugvinden in je arbeidsreglement. Raak je er niet aan uit? Aarzel niet om je BBTK-delegee aan te spreken of contact met ons op te nemen.
Sociaal verlof
Het sociaal verlof, of verlof om dwingende redenen, geeft je recht op tien dagen onbezoldigde afwezigheid per jaar. Dwingende redenen zijn onvoorzienbare gebeurtenissen die een dringende en noodzakelijke tussenkomst vereisen. Een aantal voorbeelden zijn ziekte, ongeval of hospitalisatie van een persoon die met de werknemer samenwoont, of schade aan de woning van de werknemer door een brand of natuurramp.
In zo’n gevallen verwittig je je werkgever op voorhand, of zo snel mogelijk, en mag je de tijd die nodig is afwezig zijn, met een maximum van 10 dagen per jaar.
Eindeloopbaan
Vanaf de leeftijd van 55 jaar tot en met je pensioen kan je je arbeidsprestaties verminderen tot halftijdse betrekking of met 1/5de. Deze zogenaamde landingsbanen zijn mogelijk als je voldoet aan de volgende voorwaarden:
- Je werkt in een bedrijf in herstructurering of moeilijkheden OF
- Je bent een werknemer met een lange loopbaan (35 jaar als loontrekkende) OF
- Je hebt gewerkt in een zwaar beroep gedurende 5 jaar in de afgelopen 10 jaar of 7 jaar in de afgelopen 15 jaar OF
- Je hebt gedurende minstens 20 jaar gewerkt in een regime van nachtarbeid.
Daarnaast bestaat er ook het vroegere brugpensioen, het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Bij SWT ben je ontslagen om een andere reden dan een dringende reden, en heb je afhankelijk van je leeftijd en je beroepsloopbaan onder bepaalde voorwaarden recht op een aanvullende vergoeding van je werkgever.
- SWT lange loopbaan:
- Minstens 60 jaar zijn bij het beëindigen van je arbeidsovereenkomst EN
- Een loopbaan van 40 jaar kunnen aantonen.
- SWT zwaar beroep:
- Minstens 60 jaar zijn bij het beëindigen van je arbeidsovereenkomst EN
- Een loopbaan van minstens 35 jaar kunnen aantonen EN
- Ofwel minstens 5 jaar in de afgelopen 10 jaar, ofwel minstens 7 jaar in de afgelopen 15 jaar in een zwaar beroep gewerkt hebben.
- SWT nachtarbeid:
- Minstens 59 jaar zijn bij het beëindigen van je arbeidsovereenkomst EN
- Een loopbaan van 33 jaar kunnen aantonen EN
- Minstens 20 jaar in een arbeidsregime met nachtarbeid gewerkt hebben.
Let op: de eindeloopbaanregelingen gelden niet voor onthaalouders sui generis.
Syndicale premie
Elke maand betaal je een bijdrage aan BBTK BHV zodat wij je rechten zouden kunnen verdedigen. Als wederdienst hiervoor ontvang je jaarlijks een sociaal voordeel, de syndicale premie. In jouw sector bedraagt deze premie 100 euro bij een voltijdse bijdrage van vakbondslidgeld, en 50 euro bij een verminderde bijdrage.
Om recht te hebben op een syndicale premie moet je ten laatste op 1 april van het uitbetalingsjaar aangesloten zijn bij BBTK BHV, en in orde zijn met je lidgeld. Je ontvangt een attest van je werkgever, dat je ingevuld terugbezorgt aan ons. Je syndicale premie wordt uitbetaald tussen oktober en december.
Aanvullend pensioen
Werknemers van de vergunde kinderdagverblijven trap 1, 2 en 3 hebben recht op een aanvullend pensioen, ook wel de tweede pensioenpijler genoemd. Sinds 2011 stort je werkgever om de 3 maanden een bedrag aan het pensioenfonds. Vanaf het moment dat je met pensioen gaat, wordt het opgebouwde bedrag samen met je wettelijk pensioen uitgekeerd. Je moet hier zelf niks voor doen en dit kost jou ook niks extra. Je krijgt jaarlijks een overzicht van het opgebouwde bedrag via een pensioenfiche.