De sector
De socio-culturele sector is erg breed. Ze verzamelt organisaties die geen winstgevend doel nastreven en die één of meerdere van de volgende activiteiten uitoefenen:
- Culturele centra
- Bibliotheken, mediatheken en ludotheken, informatie-, documentatie- en archiefcentra
- Sportverenigingen, sportcentra en sportclubs
- Niet-commerciële radio- en of/televisieverenigingen, productie- en of distributiecentra van media waarvan de hoofddoelstelling de ondersteuning van permanente educatie en sociaal-cultureel werk is
- Initiatieven in de samenlevingsopbouw
- Organisaties voor volksontwikkeling, sociaal-cultureel werk en basiseducatie
- Agentschappen voor integratie en inburgering
- Organisaties met als doel de bescherming van het leefmilieu, de leefomgeving of het cultureel en historisch erfgoed
- Landelijk, regionaal of lokaal georganiseerd jeugdwerk
- Organisaties voor beroepsopleiding, beroepsvervolmaking en beroepsherscholing
- Niet-commerciële toeristische organisaties
- Organisaties voor ontwikkelingssamenwerking of ontwikkelingseducatie
- Organisaties ter bevordering van een gedachtegoed
- Musea
- Verenigingen ter bevordering van plastische en literaire kunst of organisatie van evenementen die met deze kunsten verband houden
- Organisaties die de in bovenvermelde punten opgesomde organisaties begeleiden of ondersteunen
- Erkende initiatieven inzake sociale inschakelingseconomie
Je arbeidsovereenkomst
Een arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur of bepaalde duur. Een arbeidsovereenkomst die gesloten is voor bepaalde duur moet, in tegenstelling tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur, schriftelijk opgesteld worden en geldt voor een duidelijk omschreven taak. Als hier niet aan is voldaan, wordt deze arbeidsovereenkomst beschouwd als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. Normaal gezien zullen ook arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur schriftelijk worden afgesloten.
Ook de arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid moet schriftelijk vastgelegd worden. Als dat niet het geval is, wordt de werknemer beschouwd als voltijds in dienst genomen. In de arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid staat het arbeidsstelsel en het uurrooster vermeld. Een deeltijdse arbeidsovereenkomst kan niet afgesloten worden voor minder dan 13u per week.
Je arbeidsduur
In de socio-culturele sector ligt de gemiddelde arbeidsduur op 38 uur per week. Het is mogelijk dat je bepaalde weken meer werkt dan 38u. Om de arbeidscontinuïteit te garanderen zijn de arbeidsduurgrenzen in jouw sector verhoogd naar maximum 11u per dag en maximum 50u per week. In deze gevallen wordt over een periode van een halfjaar gekeken of de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 38u wel gerespecteerd wordt. Standaard liggen deze periodes tussen 1 februari en 31 juli en tussen 1 augustus en 31 januari, maar het is mogelijk dat er in jouw arbeidsreglement andere referteperiodes vastgelegd zijn. Op geen enkel moment in deze periodes mogen jouw overuren de 143u overschrijden. Als deze grens bereikt is, moet je onmiddellijk inhaalrust krijgen van je werkgever.
Een aantal organisaties verlaagden lokaal de wekelijkse gemiddelde arbeidsduur. Het kan dus voorkomen dat bij jou organisatie de wekelijkse arbeidsduur lager ligt dan 38u. Zekerheid hierover, en over de modaliteiten ervan, kan je terugvinden op jouw arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement.
De minimale duur van een werkperiode is 3u.
Je loon
De sectorale loonbarema’s zijn de minimale lonen die gelden in een bepaalde sector. Dit betekent dat je werkgever je een hoger loon kan uitbetalen, maar nooit lager mag gaan dan de vastgelegde sectorbarema’s. Je kan je sectorbarema’s raadplegen bij je BBTK-delegees en op onze website. Om je barema na te gaan zoek je op je loonfiche je functiecategorie op, en op basis van je functiecategorie kan je je correcte barema terugvinden.
Daarnaast word je in je sector ook beloond voor flexibiliteit in de vorm van toeslagen voor onregelmatige prestaties of inhaalrust. Deze toeslagen zijn niet onderling combineerbaar, wanneer verschillende toeslagen van toepassing zijn, zal je telkens de hoogste toeslag krijgen. De toeslagen zijn ook niet combineerbaar met overloon. Let op: in jouw sector wordt deze toeslag vaak omgezet in tijd, de zogenaamde inhaalrust. Je krijgt een toeslag van 20% (of een equivalent in inhaalrust) voor:
- Werken op zondag
- Werken op een feestdag
- Nachtwerk tussen 20u en 6u
- Uren gepresteerd boven 9u per dag en 40u per week
Het totaal van de loontoeslagen, ongeacht of ze in geld of in tijd worden toegekend, mag een equivalent van 6 dagen niet overschrijden.
Daarnaast zijn er ook regels rond overloon in je sector. Je werkgever is je geen overloon verschuldigd als je overuren de maximumgrenzen van 11u/dag of 50u/week niet overschrijden EN de normale wekelijkse arbeidsduur gemiddeld bereikt wordt EN de afwijkende uurregeling is opgenomen in het arbeidsreglement. Deze 3 voorwaarden moeten alle drie vervuld zijn. Als dit niet het geval is heb je recht op 50% overloon voor alle arbeidsprestaties die de grenzen van de arbeidsduur overschrijden. Dit wordt opgetrokken naar 100% indien de grenzen van de arbeidsduur overschreden worden op een zondag of een feestdag. Het is mogelijk om, met akkoord van de werknemer, het overloon om te zetten in inhaalrust.
- Elk overuur bezoldigd met een overloon van 50% geeft recht op een halfuur inhaalrust.
- Elk overuur bezoldigd met een overloon van 100% geeft recht op één uur inhaalrust.
Je eindejaarspremie
Het bedrag van je eindejaarspremie is afhankelijk van de socio-culturele tak waar je voor werkt.
- Als je in de lokale diensteneconomie (doelgroepwerknemers), de samenlevingsopbouw of de integratiecentra werkt heb je recht op een volwaardige eindejaarspremie (de dertiende maand). Het bedrag van je eindejaarspremie komt overeen met je brutoloon van de maand oktober.
- Als je in het sociaal-cultureel werk, de cultuur(spreiding), sportwerk, inburgering, lokale diensteneconomie, beroepsopleiding, armoedebestrijding of het milieu- en natuurwerk werkt, bestaat je eindejaarspremie uit verschillende delen. Je hebt recht op een vast geïndexeerd gedeelte (652,15 euro in 2023) en een procentueel gedeelte (5,76% van je bruto-jaarloon). Het vast geïndexeerde bedrag wordt elk jaar opnieuw vastgelegd op basis van de indexeringen van dat jaar.
Om het bedrag van je eindejaarspremie te kennen wordt er ook gekeken naar hoeveel je hebt gewerkt in de referteperiode. Als je van 1 januari tot 30 september van het uitbetalingsjaar voltijds hebt gewerkt, heb je recht op het volledige bedrag van je eindejaarspremie. Als je niet voltijds werkte, of later in dienst bent gekomen, heb je recht op een bedrag in verhouding.
Je eindejaarspremie wordt in december uitbetaald.
Verplaatsingsonkosten
Voor woon-werkverkeer geldt de volgende regeling:
- Trein: volledig terugbetaald
- Ander openbaar vervoer: tot 80% van het sociaal abonnement terugbetaald
- Te voet: 0,15 euro/km
- Privévervoermiddel:
- Fiets: 0,35 euro/km (bedrag 1/1/2024) met fiscaal plafond van 2500 euro
- Andere vervoermiddelen: 60% van de prijs van een maandtreinkaart 2de klasse voor de overeenstemmende afstand vanaf de 3de kilometer
Voor dienstverplaatsingen, andere dan woon-werkverkeer, in opdracht van je werkgever geldt de volgende regeling:
- Fiets : 0,35 euro/km (bedrag 1/1/2024) met fiscaal plafond van 2500 euro
- Ander gemotoriseerd privévervoermiddel : 0,4269 euro/km (bedrag 1/1/2024)
Om recht te hebben op een vergoeding van je verplaatsingskosten dien je de afgelegde afstand te vermelden in een verklaring op eer. Bij gecombineerd gebruik van verschillende verplaatsingsmiddelen vergoedt je werkgever je telkens volgens de modaliteiten die gelden voor elk verschillend gebruik.
Arbeidsongeschiktheid
Eerst en vooral is het belangrijk dat je onmiddellijk je werkgever verwittigt wanneer je arbeidsongeschikt bent. Daarna moet je binnen de twee werkdagen die volgen een medisch attest bezorgen aan je werkgever. De specifieke regels over hoe je dit medisch attest kan bezorgen (elektronisch, aangetekend etc.) kan je vinden in je arbeidsreglement. Sinds 2023 moet je voor de eerste dag ziekte geen attest meer bezorgen, en volstaat het om je werkgever onmiddellijk te verwittigen. Dit is drie keer per jaar mogelijk, vanaf de vierde keer zal je wel moeten voorzien in een attest. Als je in een organisatie werkt met minder dan 50 werknemers, kan je werkgever afwijken van deze regel. In dat geval moet je wel nog een dokterasttest bezorgen bij elke ziektemelding. Dat kan echter uitsluitend als het expliciet wordt vermeld in het arbeidsreglement.
Je hebt als bediende recht op één maand gewaarborgd loon bij ziekte. Bij arbeiders is dit de eerste 7 dagen ziekte, dat tot 30 dagen ziekte verminderd wordt naar een percentage van je loon. Nadien heb je recht op een uitkering van je ziekenfonds. Bij een contract van bepaalde duur van minder dan drie maanden heb je geen recht op gewaarborgd loon en ontvang je onmiddellijk een uitkering van je ziekenfonds.
Verlof
Je hebt recht op vier weken wettelijke vakantie. Van deze vier weken kan je er drie aaneensluitend nemen, inclusief drie weekends. Je werkgever kan je verlofaanvraag uitzonderlijk weigeren omwille van organisatorische noodwendigheden. Vooraleer tot weigering over te gaan, moet je werkgever wel eerst alle beschikbare ondersteunings- of vervangingsmogelijkheden bekeken hebben.
Werknemers in de leeftijdscategorie van 35 tot en met 44 jaar hebben recht op vijf extra verlofdagen per jaar. Deze worden degressief gecumuleerd met bestaande extra verlofdagen in de organisatie. Deze bestaande verlofdagen zijn o.a.: betaalde vakantiedagen bovenop de vier wettelijke vakantieweken, betaalde feestdagen buiten de tien wettelijke feestdagen, anciënniteitsverlofdagen en compensatiedagen ten gevolge van collectieve arbeidsduurvermindering onder 38u per week. Hieronder wordt schematisch weergeven hoe de vijf extra verlofdagen zich verhouden tot de bestaande extra verlofdagen:
Bestaande extra verlofdagen | Extra verlofdagen 35-44j | Totaal extra verlofdagen voor 35-44j |
0 | 5 | 5 |
1 | 4,5 | 5,5 |
2 | 4 | 6 |
3 | 3,5 | 65 |
4 | 3 | 7 |
5 | 2,5 | 7,5 |
6 | 2 | 8 |
7 | 1,5 | 8,5 |
8 | 1 | 9 |
9 | 0,5 | 9,5 |
10 of meer | 0 | 10 of meer |
Vanaf 2024 zal je, wanneer je ziek wordt tijdens je vakantie, je wettelijke vakantiedagen kunnen omzetten in ziektedagen. Je ontvangt dan gewaarborgd loon voor ziekte en behoudt het recht om de vakantiedagen later op te nemen. Je moet hiervoor onmiddellijk je werkgever verwittigen, hem een geneeskundig getuigschrift bezorgen en meedelen dat je je vakantiedagen op een later moment wil opnemen.
Vrijstelling van arbeidsprestaties (‘rimpeldagen’)
In de socio-culturele sector heb je vanaf een bepaalde leeftijd recht op vrijstelling van arbeidsprestaties, de zogenaamde VAP-dagen/rimpeldagen. Hieronder vind je een overzicht van de vrijstelling van arbeidsprestaties voor voltijdse werknemer. Voor deeltijdse werknemers wordt dit in verhouding tot de arbeidsduur bepaald.
- Vanaf 45 jaar heb je recht op 2u vrijstelling van arbeidsprestaties per week (12 dagen per jaar)
- Vanaf 50 jaar heb je recht op 4u vrijstelling van arbeidsprestaties per week (24 dagen per jaar)
- Vanaf 55 jaar heb je recht op 6u vrijstelling van arbeidsprestaties per week (36 dagen per jaar)
Tijdskrediet
Tijdskrediet is een individueel recht om je loopbaan te onderbreken of je prestaties gedurende je loopbaan te verminderen. Dit recht garandeert dat je achteraf terug aan het werk kan in je oorspronkelijke werkregeling. Tijdens het tijdskrediet krijg je een vergoeding om het loonverlies te compenseren. Naast het tijdskrediet met motief bestaat er ook een bijzondere vorm van tijdskrediet voor oudere werknemers, de landingsbanen genoemd. Hierop wordt verder ingegaan onder het hoofdstuk ‘eindeloopbaan’.
Binnen het tijdskrediet met motief wordt er een onderscheid gemaakt naargelang het motief:
- Tijdskrediet met motief opleiding: maximum 36 maanden.
- Tijdskrediet met motief zorg (zorgen voor je kind dat jonger is dan 8 jaar, palliatieve zorgen verlenen of zorg/medische bijstand verlenen aan een zwaar ziek gezins- of familielid tot de 2de graad): maximum 51 maanden.
Let op: om recht te hebben op het opnemen van tijdskrediet met motief moet je minstens 24 maanden anciënniteit hebben.
Tijdens het opnemen van tijdskrediet met motief kan je een onderbrekingsuitkering krijgen van de RVA om het verlies van loon te compenseren. Daarbovenop kan je ook in aanmerking komen voor de Vlaamse aanmoedigingspremie. Heb je hier vragen over? Neem dan contact op met je BBTK-delegees of lokale BBTK-afdeling. Zij kunnen je het beste verder helpen met jouw individuele situatie.
Klein verlet
Er zijn bepaalde familiale omstandigheden of burgerlijke verplichtingen die je recht geven op ‘klein verlet’. In zo’n geval mag je afwezig zijn op het werk, maar behoud je wel je loon. Er zijn een hele reeks gebeurtenissen die het recht op ‘klein verlet’ openen. Denk bijvoorbeeld aan een begrafenis of een huwelijk van een familielid, of je eigen huwelijksfeest of wettelijke samenwoning. Je kan een gedetailleerde lijst van deze gebeurtenissen terugvinden in je arbeidsreglement. Raak je er niet aan uit? Aarzel niet om je BBTK-delegee aan te spreken.
Sociaal verlof
Het sociaal verlof, of verlof om dwingende redenen, geeft je recht op tien dagen onbezoldigde afwezigheid per jaar. Dwingende redenen zijn onvoorzienbare gebeurtenissen die een dringende en noodzakelijke tussenkomst vereisen. Een aantal voorbeelden zijn ziekte, ongeval of hospitalisatie van een persoon die met de werknemer samenwoont, of schade aan de woning van de werknemer door een brand of natuurramp.
In zo’n gevallen verwittig je je werkgever op voorhand, of zo snel mogelijk, en mag je de tijd die nodig is afwezig zijn, met een maximum van 10 dagen per jaar.
Eindeloopbaan
Vanaf de leeftijd van 55 jaar tot aan je pensioen kan je je arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking of met 1/5de. Deze zogenaamde landingsbanen zijn mogelijk als je voldoet aan de volgende voorwaarden:
- Je werkt in een bedrijf in herstructurering of moeilijkheden OF
- Je bent een werknemer met een lange loopbaan (35 jaar als loontrekkende) OF
- Je hebt gewerkt in een zwaar beroep gedurende 5 jaar in de afgelopen 10 jaar of 7 jaar in de afgelopen 15 jaar OF
- Je hebt gedurende minstens 20 jaar gewerkt in een regime van nachtarbeid.
Syndicale premie
Elke maand betaal je een bijdrage aan BBTK zodat wij je rechten zouden kunnen verdedigen. Als wederdienst hiervoor ontvang je jaarlijks een sociaal voordeel, de syndicale premie. In jouw sector bedraagt deze premie 100 euro bij een voltijdse bijdrage van vakbondslidgeld, en 50 euro bij een halftijdse bijdrage.
Om recht te hebben op een syndicale premie moet je ten laatste op 1 april van het uitbetalingsjaar aangesloten zijn bij BBTK, en in orde zijn met je lidgeld. Daarnaast moet je in het uitbetalingsjaar ook minstens één dag in de socio-culturele sector gewerkt hebben. Je ontvangt een attest van je werkgever, dat je ingevuld terugbezorgt aan je lokale BBTK-kantoor. Je syndicale premie wordt uitbetaald vanaf december. Bijv. Als je ten laatste op 1 april 2023 aangesloten was bij BBTK, in orde bent met je bijdragen en in 2023 in de sector hebt gewerkt, heb je vanaf december 2023 recht op je syndicale premie.
Aanvullend pensioen
In jouw sector heb je recht op een aanvullend pensioen, ook wel de tweede pensioenpijler genoemd. Sinds 2012 stort je werkgever om de 3 maanden een bedrag aan het pensioenfonds. Vanaf het moment dat je met pensioen gaat, wordt het opgebouwde bedrag samen met je wettelijk pensioen uitgekeerd. Je moet hier zelf niks voor doen en dit kost jou ook niks extra. Je krijgt jaarlijks een overzicht van het opgebouwde bedrag via een pensioenfiche.